Madagascar, week 1
Door: Kirsten
Blijf op de hoogte en volg Kirsten
19 Juli 2015 | Madagascar, Antananarivo
Na een niet al te lange voorbereiding (we hebben zo'n 3 weken voor vertrek geboekt) vertrekken Marc en ik op 19 juli naar Madagascar.
Onze vlucht vertrekt vanaf Schiphol, via Parijs naar Antananarivo, de hoofdstad van dit eiland, ook wel Red Island genoemd.
Beide vluchten verlopen goed en bijna volgens planning. Een half uurtje te laat komen we aan op het vliegveld van Tana (de afkorting van Antananarivo die veel gebruikt wordt). Het is inmiddels 23.30 uur lokale tijd (een uurtje later dan in Nederland) en we hebben er al een lange dag op zitten. We komen aan op een klein vliegveld, waar we via een trap het vliegtuig moeten verlaten en zo naar de aankomsthal moeten lopen. Daar wacht ons een verrassing. We hebben een airport pick-up geregeld met ons hotel, maar al voor de douane zien we een bordje met Marc zijn naam er op. Een zeer vriendelijke vrouw, redelijk Engels sprekend, leidt ons naar een loket. VIP staat er boven :) We hoeven dus niet in de rij om door de douane te komen. Bij het loket wordt zelfs voor mij mijn visumpapiertje ingevuld en als alles compleet is, kunnen we direct doorlopen naar een ander loket om ons stempeltje te halen. We zijn als een van de eersten aan de beurt en al snel hebben we ons paspoort weer terug. Wat trouwens heel bijzonder gaat. Er komt een aantal paspoorten te liggen, er wordt een stempel geplaatst zonder te kijken van wie het paspoort is en vervolgens moet je er bij het uitreiken van de paspoorten goed op letten dat je je eigen paspoort weer terug krijgt.
En daarna begint het... wachten op de bagage. We staan als een van de eersten bij de niet zo grote lopende band. Bagage wordt nog handmatig aangeleverd. Mensen die door de douane zijn gaan aan de lopende band staan en blokkeren deze met bagagewagentjes. Bagage van mensen die nog niet door de douane zijn, ligt al op de band maar kan niet opgehaald worden. De band loopt vol. Mensen zien hun bagage liggen, maar komen niet door de blokkade van wagentjes om het van de band te kunnen halen. De band raakt vol, er komt weinig nieuwe bagage op. Met andere woorden; het vliegveld is niet berekend op een toestroom van zo'n 500 mensen tegelijkertijd en snel door de douane betekent niet snel klaar. Om 1.45 uur zie ik mijn tas pas te voorschijn komen. We zijn dus zo'n 2 uren verder en eindelijk kunnen we het vliegveld verlaten. We rijden door de stad, maar het is donker en er is dus niet zo veel te zien. Wel valt de vuiligheid op, de zwerfhonden, mensen aan de kant van de weg bij een vuurtje en een wisselend beeld van wat grotere huizen en huizen die beter 'krotten' genoemd kunnen worden.
De volgende dag worden we al vroeg wakker door veel herrie. Als ik het raam uitkijk zie ik dat er voor ons hotel een markt is. Je ziet dat er 'officiële' kraampjes zijn aan de kant van de weg. Daarvoor (op de weg dus) gaan ook mensen zitten die hun spullen willen verkopen. Dit gebeurt aan weerszijden van de straat. En daartussen lopen mensen en rijden auto's. Het is net een mierennest waar ik bovenop kijk. Wat een chaos. In de middag willen we de stad bekijken. Dit houden we al snel voor gezien. We weten dat de stad niet heel veilig is (veel zakkenrollers/berovingen) en het voelt ook niet prettig om er rond te lopen. Je moet zo op je hoede zijn en het is er zeer chaotisch. Die combinatie is niet heel handig als je net bent aangekomen en het land en de manier van leven nog moet leren kennen. We duiken een cafeetje in en nemen de Lonely Planet eens goed door. We maken geen reisplan, maar bekijken wel een route die we kunnen gaan nemen en hebben een paar dingen die we zeker weten willen gaan doen. We besluiten om in ieder geval deze stad zo snel mogelijk te verlaten.
De volgende dag vertrekken we dan ook vanuit Tana. Een hele belevenis. Vanuit ons hotel worden we met een taxi naar het busstation gereden, vanwaar we met het lokale openbaar vervoer (taxi-brousse) kunnen vertrekken naar Antsirabe. Het is een klein oud autootje. Onze backpacks passen net achter in, bij het instappen denk je dat je zo door de bodem van de auto zakt, de deur moet op een speciale manier dicht gedaan worden, anders hangt het los en de spiegels bungelen ook ergens. Het is een vrij lange rit naar het busstation. Dit omdat er veel oponthoud is, want iedereen zit weer aan de kant van de weg met marktwaar. Veel stilstaan wat niet prettig is, want dan komen de straatverkopers en bedelende kindjes naast de auto staan. Schrijnend!
Eenmaal bij het busstation worden we 'overvallen' door chaos. Mensen rennen met onze taxi mee, proberen de deur open te doen, schreeuwen waar we heen moeten en trekken ons nog net niet uit de auto. Als Marc en ik zijn uitgestapt, is mijn tas al uit de auto en wordt het op een busje gelegd. Terwijl ik onze chauffeur betaal, roep ik nog naar Marc dat hij er op let dat zijn tas in elk geval op hetzelfde busje komt te liggen. Totaal overrompeld van hoe het hier werkt, komen we er wel achter dat het busje naar Antsirabe vertrekt. Onze taxi-chauffeur roept nog 10-10, waar ik uit opmaak dat de prijs voor de taxi-brousse waarschijnlijk 10.000 Ariary per persoon zal zijn. Na veel gedoe en proberen te onderhandelen (kennis van de Franse taal zou hier wel op zijn plaats zijn geweest), betalen we uiteindelijk veel te veel... Het maakt ons niet veel uit. Het busje zit vol, dus we vertrekken in ieder geval van dit chaotische station en alle mensen die wat van ons willen. Ik heb een fantastische plek (not) in het busje, namelijk een kussentje tussen twee stoeltjes in. Per rij zijn eigenlijk 3 zitplaatsen, maar door middel van een kussentje wordt er met gemak een 4e gecreëerd. Comfortabel is het niet, dus ik ben blij dat dit een korte reis is. Na zo'n 4 uren half opgevouwen te hebben gezeten (overigens wel genietend van de prachtige landschappen), ben ik blij dat we aan zijn gekomen in Antsirabe.
In Antsirabe wacht de volgende verrassing. Ook op dit busstation hangen de mensen al aan het busje als je nog niet eens stil staat. De één biedt je een pousse-pousse (riksja/fietstaxi) aan en de ander wil dat je de volgende dag aan een tour gaat deelnemen. Dat wij eerst onze bagage willen, naar het hotel willen en willen rusten is geen probleem. Dan wachten ze gewoon! Met de pousse-pousse laten we ons naar het hotel fietsen. De tourguides fietsen mee en leggen al wat uit van de tour. Eenmaal in het hotel komen we er achter dat de tour uitkomt bij Allée de Baobabs. Iets waar we graag heen willen, maar wat lastig te bereiken is. De gidsen hebben dus geluk, ze hoeven niet lang op ons te wachten. We krijgen uitleg over de tour en na zo'n 2 uren praten, regelen, onderhandelen over het aantal dagen van de tour hebben we een deal!
De volgende dag vertrekken we samen met een Frans stel en onze fantastische gids Eric. De eerste dag bestaat uit rijden naar een dorpje aan de rand van de Tsiribihina rivier. We rijden door prachtig vulkaanlandschap, langs dorpjes en rijstvelden, zien veel landbouw, mensen die langs de kant van de weg lopen met hun bagage op hun hoofd, overstekend wild (zebu's)... Een totaal andere wereld! De lunch wordt gegeten in een typisch Malagassisch wegrestaurantje. Witte rijst met kip staat er op het menu. Voor mij kan de kip vervangen worden door een groentemix van wortel en tomaten. Ik hoop dat het met zuiver water is gewassen...
Rondom zonsondergang komen we aan in het dorpje. Hier overnachten we in een eenvoudig hotel. Slapen komt er niet echt van. Het is warm, er is veel lawaai, bij het instoppen van de klamboe kom ik erachter dat er allemaal keutels op mijn bed liggen (dan ga je toch met bepaalde gedachten slapen...) en er zit en mega kuil in het matras.
De volgende ochtend probeer ik in het donker (stroom is uitgevallen) alles te regelen en bibber ik onder de koude douche.
Dag twee van de tour bestaat uit een kort ritje over een onverharde weg (zeer hobbelig!) naar de rivier. Daar worden onze spullen (waaronder 2 levende kippen voor het eten, ieh) ingeladen in de piroque, een soort houten kano. We kunnen prinsheerlijk zitten. Onze backpacks dienen als rugsteun en ons slaapmatje als stoelkussen. De rest van de dag laten we ons voort roeien over de rivier, waarbij we kunnen genieten van de prachtige uitzichten en het leven aan de kant van de rivier. De lunch wordt aan een oever geserveerd (deels in de boot al gekookt). Vlak voor zonsondergang meren we aan bij een zandoever. Ons kampement voor deze nacht. Tentjes worden opgezet, eten wordt gekookt en een kampvuurtje wordt aangestoken. Wildcamping it is! Helemaal puur en fantastisch!
Dag 3 van de tour bestaat weer uit varen over de rivier, met een korte onderbreking naar een waterval. Daar zien we een behoorlijk grote, maar wel prachtige spin en zijn de eerste lemuren van deze reis ook gespot. En wel van heel dichtbij, genietend van de papaya die ze eten.
Ook aan het einde van deze dag, waarbij we vooral langs veel dorpjes aan de rand van de rivier varen, kamperen we aan de oever. Helaas geen krokodil gezien vandaag (de Nijl krokodil komt hier voor). Volgens Eric hebben we morgen nog kans op het spotten van krokodillen. Zou wel gaaf zijn! Deze oever is nog mooier dan de vorige en we hebben een prachtige zonsondergang en een schitterende zonsopkomst!
Op dag 4 is het nog zo'n 2 uurtjes varen naar het einde van de rivier. En, geen krokodil gezien... Jammer, maar alsnog is het wel een gaaf idee dat je in houten kanootje 110 km. over een rivier hebt gevaren waar krokodillen leven :)
We komen aan bij een dorpje, waar we vrij lang moeten wachten (ons vervoer is ergens blijven steken en er moet vervangend vervoer geregeld worden). Het is leuk om rond te lopen in het dorpje en om foto's van en met de kinderen te maken. De kinderen hier zijn echt fantastisch en willen aldoor op de foto. Na zo'n anderhalf uur wachten kunnen we vertrekken met een 4x4. Veel onverharde wegen en veel gehobbel, dus weinig tempo, met als einddoel Allée de Baobabs bij zonsondergang. We maken een stop bij de oudste baobab (1700 jaar oud) en bij de loving baobab (2 bomen die elkaar 'omhelsen'). En daarna komen we aan bij de prachtige Allée, een straat van Baobabs en de zon gaat net onder. Het is een prachtig gezicht! De bomen zijn zelf al fantastisch om te zien, maar met de gekleurde luchten en weerspiegelingen in het water is het helemaal geweldig!
Op de laatste avond van de tour eten Marc en ik samen met Eric, onze gids. Het is een heel gezellige avond die op een Malagassische manier wordt afgesloten: rum! Ik ben helemaal niet van de sterke drank, maar die Malagassiërs weten wel wat ze met rum moeten doen. Ze stoppen er fruit, kruiden of specerijen in, waardoor de meest heerlijke smaken ontstaan.
De laatste dag van deze week bestaat uit de terugreis van Morondava naar Antsirabe. Een reis met de taxi-brousse dat 10 uren zal gaan duren. Eric reist ook mee en heeft voor ons goede plekken op de eerste rij geregeld (meer beenruimte). Tevens kan hij ons onderweg nog een beetje helpen. Zoals in het wegrestaurant waar alleen Malagassisch wordt gesproken. Zo voorkomen we dat ik vlees te eten krijg en Marc gewoon kip krijgt in plaats van de vleermuis die de meeste Malagassiërs bestellen...
De eerste week in Madagascar zit er op. In eerste instantie werden we 'overvallen' door alle chaos en mensen die wat van je willen. Maar nu we wat geacclimatiseerd zijn, weten we dat deze mensen alles doen om hun hoofd boven water te kunnen houden. Een ritje met de pousse-pousse en zij kunnen weer twee pakken rijst kopen. Het komt in eerste instantie wat dreigend over, maar zo is het absoluut niet bedoeld. De Malagassiërs zijn vriendelijke mensen, proberen je te helpen waar ze kunnen, maar maken ook misbruik van het weinige toerisme dat er is (we betalen vooral te veel voor het vervoer). In deze eerste week hebben we al veel van het land gezien, meegemaakt en grenzen verlegd. We weten nu al dat we tijd te kort gaan hebben!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley